

Thomas Sanders (Eindhoven, 1986) is advocaat bij AKD N.V. te Breda en Eindhoven. Thomas is afgestudeerd in het staats- en bestuursrecht (Universiteit Leiden 2010, LLM), tevens is hij afgestudeerd geschiedkundige (Universiteit Leiden 2009, MA, cum laude) en econoom (Universiteit Utrecht 2010, MSc).
Meer over Thomas SandersHandboek toezicht, handhaving en invordering
Gebonden Nederlands 2022 9789462126732Samenvatting
Dit handboek is een compleet en helder overzicht van het bestuursrechtelijke handhavingsrecht. Het is een toegankelijk geschreven wetenschappelijk handboek, gericht op zowel de praktijkbeoefenaar als de student. Het bevat niet alleen wetenschappelijke inzichten, maar ook praktische tips voor toezichthouders, handhavingsjuristen, rechters, advocaten en andere rechtsbijstandverleners.
Praktijk en theorie worden in dit handboek samengebracht op een manier die de lezer in staat stelt om actuele wetenschappelijke inzichten direct in de praktijk toe te passen. Het handboek behandelt alle aspecten van het handhavingsrecht.
Daarbij komen de toepassing van toezichthoudersbevoegdheden, de verschillende sancties die opgelegd kunnen worden (zoals de last onder dwangsom, de last onder bestuursdwang en de bestuurlijke boetes), maar ook het invorderingsrecht (de invordering bij dwangbevel) aan de orde. Ook onderwerpen die regelmatig in handhavingstrajecten spelen, zoals het bewijsrecht, het informatierecht en het schadevergoedingsrecht, komen aan bod.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding 27
2 De overtreding 31
2.1 De normen: het bepaalde bij of krachtens wettelijk voorschrift 31
2.1.1 Bij of krachtens wettelijk voorschrift 32
2.1.2 De gelding van de norm 33
2.1.3 Hoe zit het met open (vage) normen (artikel 5:4 Awb/lex certa)? 34
2.2 Gedraging: een handelen of nalaten 38
2.3 Verplichting om de overtreding in het besluit te benoemen (artikel 5:9 Awb) 39
2.4 Handhaven met hagel: meerdere overtredingen in één besluit? 39
3 De overtreder 43
3.1 Wie kan er overtreder zijn? 43
3.1.1 Plegen 45
3.1.2 Medeplegen 48
3.1.3 Het functioneel daderschap 49
3.1.4 Functioneel dader: de opdrachtgever 52
3.1.5 Functioneel dader: feitelijk leidinggevende 53
3.1.6 Functioneel dader: toerekening 55
3.1.6.1 Eigenaar van een onroerende zaak 55
3.1.6.2 De curator bij een faillissement 58
3.1.6.3 Brand: beperken van de milieugevolgen 61
3.1.6.4 Nauwe verwevenheid 62
3.2 Stappenplan: is iemand overtreder? 64
3.3 Het overtrederschap bij overlijden of ontbinding (rechtsopvolging) 65
3.4 Wat als er meerdere overtreders zijn? 67
4 Het besluit om (niet te) handhaven – de belangenafweging 71
4.1 De beginselplicht tot handhaving 72
4.2 Beginselplicht geldt niet bij bestraffende sancties 73
4.3 Concreet zicht op legalisering (ook wel legalisatie) 74
4.3.1 Concreet zicht op legalisatie – ruimtelijke ordening 76
4.3.1.1 Bestemmingsplan 76
4.3.1.2 Omgevingsvergunning voor strijdig gebruik 77
4.3.2 Concreet zicht op legalisering – bouwen 77
4.3.3 Concreet zicht op legalisatie – milieu 78
4.3.4 Andere soorten vergunningen en toestemmingen 78
4.3.5 Concreet zicht op legalisering – vuistregels 79
4.4 Het evenredigheidsbeginsel 79
4.4.1 Handhaving in beginsel evenredig als overheid wil handhaven 80
4.4.2 Verwijtbaarheid overtreder niet relevant bij reparatoire handhaving 81
4.4.3 Financiële gevolgen opheffen overtreding zijn voor risico overtreder 82
4.4.4 Medische omstandigheden 83
4.4.5 Geringe aard en ernst overtreding 85
4.4.6 Handhaving is anderszins onevenredig 85
4.4.7 Vuistregels evenredigheidsbeginsel in het omgevingsrecht 87
4.5 Het gelijkheidsbeginsel 87
4.5.1 Een gelijk geval 88
4.5.2 Een ongelijke behandeling 89
4.5.3 Objectieve rechtvaardiging ongelijke behandeling 90
4.5.4 Handhavingsbeleid: prioriteren en waarschuwen 91
4.5.5 Correctiemogelijkheid ongelijke behandeling 94
4.5.6 Voorbeelden geslaagde beroepen gelijkheidsbeginsel 95
4.6 Het vertrouwensbeginsel 97
4.6.1 Stap 1 (de toezegging): is er een uitlating of gedraging? 98
4.6.1.1 Het bewijzen van een toezegging 99
4.6.1.2 Wanneer is iets een toezegging? 101
4.6.1.3 De toezegging:wanneeris er gerechtvaardigd vertrouwen? 102
4.6.2 Stap 2 (toerekening): kan de toezegging toegerekend worden aan het bestuursorgaan? 105
4.6.3 Stap 3 (belangenafweging): moet de toezegging worden gehonoreerd? 107
4.7 Langere tijd niet handhaven 109
4.8 Gedogen 111
4.9 Vooringenomenheid en détournement de pouvoir 114
4.9.1 Het verbod op vooringenomenheid (artikel 2:4 Awb) 114
4.9.2 Het verbod op détournement de pouvoir (artikel 3:3 Awb) 116
4.10 Rechtvaardigingsgrond 118
5 Het rechtskarakter van sancties en de bijzondere rechten en waarborgen bij punitieve handhaving 121
5.1 De bestuurlijke sanctie: definitie 122
5.2 De bestraffende sanctie en de herstelsanctie 124
5.3 Criminal charge – rechten en waarborgen 126
5.3.1 Criteria criminal charge 127
5.3.1.1 Aard van de overtreding 127
5.3.1.2 Zwaarte van de sanctie 129
5.3.2 Onschuldpresumptie 130
5.3.3 Nemo tenetur, zwijgrecht en cautieplicht 134
5.3.3.1 Vanaf wanneer geldt het recht om niet aan de eigen veroordeling mee te werken? 135
5.3.3.2 Reikwijdte zwijgrecht – ook bij schriftelijke vragen 137
5.3.3.3 Voor wie geldt het zwijgrecht? 140
5.3.3.4 Ook bijschriftelijke vragen zwijgrecht, maar dan geen cautieplicht 141
5.3.3.5 Vorderingen van toezichthouders: de verplichting om zakelijke gegevens en inlichtingen te verstrekken 142
5.3.3.6 Wanneer is materiaal wilsafhankelijk? 143
5.3.3.7 Informatie uit toezicht gebruiken voor beboeting 146
5.3.3.8 Gevolgen van het niet geven van de cautie 148
5.3.4 Ne bis in idem-beginsel 149
5.3.5 Rechten van de verdediging 150
5.4 Hetrechtskarakter van de last onder dwangsom en de invorderingsbeschikking 152
5.5 Het rechtskarakter van de last onder bestuursdwang en het kostenverhaal 156
5.6 Het rechtskarakter van de bestuurlijke boete 156
5.7 Het rechtskarakter van de intrekking van een vergunning 157
5.8 Het intrekken en terugvorderen van subsidie 160
6 De (derde-)belanghebbende en handhavingsverzoeken 167
6.1 Wie is er belanghebbend bij handhaving? 167
6.1.1 Belang bij handhaving in het omgevingsrecht 169
6.1.1.1 Zicht 170
6.1.1.2 Geur 171
6.1.1.3 Geluid 172
6.1.2 Belang bij handhaving in de rest van het bestuursrecht 172
6.1.3 Belangenorganisaties bij handhaving 174
6.1.4 Afgeleid belang 177
6.1.5 De concurrent als derde-belanghebbende bij handhaving 177
6.1.6 Belang bij een bestuurlijke boete 178
6.1.7 Het relativiteitsvereiste (artikel 8:69a Awb) en handhaving 181
6.1.8 Wanneer is er geen belang meer bij handhaving? 182
6.2 Het verzoek om handhaving 183
6.2.1 Wanneer is iets een verzoek om handhaving? 183
6.2.2 Welke gegevens moeten er bij het verzoek om handhaven zitten? 187
6.2.3 Wanneer moet er toch bewijs worden geleverd door de derde? 190
6.2.4 Handhavingsverzoek mag niet worden uitgebreid na besluit in primo 191
6.3 Wie is er belanghebbend bij invordering of terugvordering? 192
6.3.1 Belang bij de invordering van dwangsommen 192
6.3.2 Belang bij het kostenverhaal 194
6.3.3 Bij het invorderen van een bestuurlijke boete 195
6.4 Het afdwingen van een invorderingsbesluit 196
6.5 Het afdwingen van feitelijke invordering 198
6.6 Het afdwingen van de feitelijke uitvoering van bestuursdwang 200
7 De waarschuwing, het rechtsoordeel en de enkele last of aanwijzing 201
7.1.1 De waarschuwing 201
7.1.2 Een oordeel van het bestuursorgaan 205
7.1.3 De ‘enkele last’ of ‘eis tot naleving’ 206
8 De last onder dwangsom 209
8.1 Definitie last onder dwangsom: een last en een verplichting om te betalen als de last niet wordt nageleefd. 210
8.1.1 Geheel of gedeeltelijk herstel 210
8.1.2 Verplichting tot betaling van een geldsom 210
8.2 Alleen aan de overtreder (die de macht over de overtreding heeft) 211
8.3 Mondelinge last kan niet 214
8.4 Last bij incidentele overtredingen alleen bij gevaar voor herhaling 215
8.5 Geen dwangsom als belang toepassing bestuursdwang vereist 219
8.6 Last en herstelmaatregelen 220
8.6.1 Het verschil tussen de last en de herstelmaatregel 220
8.6.2 Lastgeving moet voldoende duidelijk en concreet geformuleerd zijn 221
8.6.3 Lastgeving impliceert toestemming om daaraan te voldoen 225
8.6.4 Kan de overheid de overtreder dwingen om één bepaalde herstelmaatregel uit te voeren? 226
8.7 Modaliteiten last onder dwangsom 227
8.7.1 Begunstigingstermijn 227
8.7.2 Verbeurte ineens, per tijdseenheid of per overtreding 230
8.7.3 Hoogte en evenredigheid dwangsom 230
8.7.3.1 Tips voor de praktijk 235
8.8 Hoe schrijf je een goede last? 235
8.8.1 Tip 1: haak voor de last aan bij de overtreden wettelijke bepaling 236
8.8.2 Tip 2: let goed op het verschil tussen een last en een herstelmaatregel 237
8.8.3 Tip 3: laat de begunstigingstermijn op een vast moment verstrijken 238
8.9 Verbeurte van rechtswege 239
8.10 Wijzigen of intrekken last (of verlengen begunstigingstermijn) 239
8.10.1 Het verzoek om de begunstigingstermijn te verlengen 240
8.10.2 Opschorten of opheffen (intrekken) last vanwege overmacht 243
8.10.3 Opheffen last vanwege ‘goed gedrag’ 244
9 De last onder bestuursdwang 247
9.1 Definitie last onder bestuursdwang: een last en de titel tot feitelijk handelen 248
9.2 Aanwie (en hoe) moet de last onder bestuursdwangworden bekendgemaakt? 249
9.2.1 De overtreder 249
9.2.2 De rechthebbenden 249
9.2.3 De aanvrager 250
9.2.4 Wijze van bekendmaking: labels, stickers en aanplakbiljetten 250
9.2.5 Wat als onduidelijk is wie de overtreder of rechthebbende is? 251
9.3 Wanneer moet de overtreder worden aangewezen bij bestuursdwang? 252
9.3.1 De tekst van de wet 253
9.3.2 De wetsgeschiedenis 253
9.3.3 De bedoeling van de wet 254
9.3.4 Jurisprudentie 256
9.3.5 Tussenconclusie overtrederschap 257
9.4 Niet noodzakelijk dat de overtreder het in zijn macht heeft om de overtreding te beëindigen 259
9.5 Last bij incidentele overtredingen alleen bij gevaar voor herhaling 259
9.6 Last en herstelmaatregelen 260
9.7 Modaliteiten bestuursdwang 260
9.7.1 Begunstigingstermijn 260
9.7.2 Wijze van uitvoering bestuursdwang 261
9.8 Aanzegging kostenverhaal 262
9.9 (Zeer) spoedeisende bestuursdwang 264
9.9.1 Wanneer is de situatie voldoende spoedeisend? 264
9.9.2 Toetsing bestuursrechter van spoedeisendheid ex tunc 267
9.9.3 Altijd onderzoek of de overtreder niet toch zelf de overtreding kan opheffen – ook bij spoed 268
9.9.4 Wat als de overtreder aangeeft de overtreding zelf op te zullen heffen? 269
9.9.5 Geen schriftelijke begunstigingstermijn, maar wel een mondelinge kans om de overtreding op te heffen 271
9.9.6 Mag spoedeisende bestuursdwang ook voort worden gezet als de spoed komt te ontvallen? 272
9.9.7 Bij zeer spoedeisende bestuursdwang zo spoedig mogelijk op schrift (artikel 5:31 lid 2 Awb) 274
9.9.8 Wat als de bestuursrechter het achteraf toch niet spoedeisend vindt? 277
9.9.9 Bij twijfel liever een reguliere last 277
9.10 Betreden van plaatsen voor de uitoefening van bestuursdwang (artikel 5:27 Awb) 278
9.11 De bevoegdheid tot verzegeling (artikel 5:28 Awb) 279
9.12 Zaken meevoeren, opslaan, vernietigen of verkopen met bestuursdwang (artikel 5:29 en 5:30 Awb) 280
9.12.1 Meevoeren en opslaan (artikel 5:29 Awb) 280
9.12.2 Kosten van het meevoeren en opslaan 282
9.12.3 Verkopen en vernietigen 284
9.13 De toetsing van de wijze van uitvoering van bestuursdwang 287
9.14 Het verzoek om bestuursdwang op te heffen 292
9.15 Bijzondere vormen van bestuursdwang 292
9.15.1 Instortende of gevaarlijke gebouwen 292
9.15.2 Bouwstop 296
9.15.3 Bijtende honden 297
9.15.4 Brand 299
9.15.5 Huisvuil 301
9.15.6 Drugsafvaldumpingen 301
9.15.7 Opiumwetsluitingen 303
9.15.8 Wegslepen voertuigen 305
10 De bestuurlijke boete 307
10.1 Definitie, karakter en inhoud boetebeschikking 307
10.2 Bevoegdheid tot beboeting 308
10.3 Procedurele aspecten opleggen bestuurlijke boete 308
10.3.1 Het boeterapport 309
10.3.1.1 Onderzoek en bewijs bij boeterapport 309
10.3.1.2 Inhoud en vorm boeterapport 309
10.3.1.3 Wie mag een boeterapport opstellen? 310
10.3.1.4 Termijnen boeterapport 311
10.3.1.5 Fouten in het boeterapport 311
10.3.1.6 Toezending en horen bij boeterapport 312
10.3.2 Nemo tenetur – de cautieplicht en zwijgrecht 313
10.3.3 Functiescheiding: constateren overtreding en boeteoplegging moet door twee verschillende personen (artikel 10:3 Awb) 313
10.3.4 Recht op inzage in dossier en taalhulp (artikel 5:49 Awb) 314
10.3.5 Bericht van niet-beboeten 316
10.3.6 Bij een boete lager dan € 340 geen rapport, geen hoorplicht en geen functiescheiding (artikel 5:53 Awb) 316
10.4 Geen boete bij rechtvaardigingsgrond (artikel 5:5 Awb) 316
10.5 Geen boete bij ontbreken verwijtbaarheid (artikel 5:41 Awb) 317
10.6 Geen boete bij overlijden (artikel 5:42 Awb) 321
10.7 Ne bis in idem en samenloop met strafvervolging 321
10.8 Termijnen bij de bestuurlijke boete (artikel 5:45 en 5:51 Awb) 322
10.9 Hoogte van de boete – evenredigheid bij de bestuurlijke boete 324
10.9.1 Wettelijk maximum (artikel 5:46 lid 1 Awb) 324
10.9.2 Evenredigheid bij de bestuurlijke boete 325
10.9.3 De variabele boete (artikel 5:46 lid 2 Awb) 326
10.9.4 Boetebeleidsregels 327
10.9.5 Matiging van een variabele boete 331
10.9.5.1 De Afdeling 332
10.9.5.2 Het CBb 335
10.9.5.3 De CRvB 337
10.9.6 Bij wet vastgestelde boete (artikel 5:46 lid 3 Awb) 338
10.9.7 Lex mitior: wijzigingen in de boetehoogte en strafbaarstelling lopende de procedure (artikel 5:46 lid 4 Awb) 341
10.9.8 Verplichting voor de bestuursrechter om de boete zelf vast te stellen (artikel 8:72a Awb) 342
11 De intrekking van een vergunning 345
11.1 De intrekking van een omgevingsvergunning 345
11.2 De intrekking van een Alcoholwetvergunning 347
11.3 De intrekking van een APV-vergunning 349
12 De handhaving van de openbare orde 351
12.1 Wat is de openbare orde? 352
12.2 Het rechtskarakter van een openbare-ordemaatregel 353
12.3 Het lichte bevel (artikel 172 lid 3 Gemw) 355
12.4 Het noodbevel (artikel 175 Gemw) 357
12.5 De noodverordening (artikel 176 Gemw) 360
13 ‘Naming and shaming’: het openbaar maken van een sanctie 363
13.1 Op grond waarvan? 364
13.2 Karakter van het openbaarmakingsbesluit 365
13.3 Wie is er belanghebbende bij openbaarmaking? 366
13.4 Toetsing rechtmatigheid openbaarmakingsbesluit 367
13.5 Publiceren van naam overtreder (persoonsgegevens) 369
13.6 Wijze van openbaarmaking 371
14 Preventieve handhaving 373
14.1 Alleen als overtreding ‘klaarblijkelijk dreigt’ 373
14.2 Het verschil tussen preventieve handhaving en handhaving ter voorkoming van gevaar voor herhaling 376
14.3 Derde-belanghebbende kan ook verzoeken om preventief te handhaven 378
14.4 Voorbeelden van preventief handhaven 379
15 Sancties combineren 383
15.1 Wanneer is sprake van ‘hetzelfde feit’ of ‘dezelfde overtreding’? 384
15.2 De voortgezette handeling: dezelfde overtreding over verschillende
tijdsperiodes 389
15.3 Wanneer kan gesproken worden van dezelfde overtreder? 391
15.4 Twee herstelsancties (artikel 5:6 Awb) 392
15.5 Twee bestuurlijke boetes (artikel 5:43 Awb) 395
15.6 Een bestraffende sanctie en een herstelsanctie 395
15.7 Samenloop van sancties van verschillende bestuursorganen 396
15.8 Samenloop boete met strafvervolging (artikel 5:44 Awb) 397
15.9 Een openbare-ordebevel en een herstelsanctie 398
16 De invordering 399
16.1 De invordering van een dwangsom – de invorderingsbeschikking 399
16.1.1 Feitenvaststelling en motivering: is de dwangsom verschuldigd? 401
16.1.2 De beginselplicht tot invordering en bijzondere omstandigheden 401
16.1.3 De evident onrechtmatige last onder dwangsom isin uitzonderlijke gevallen een bijzondere omstandigheid 403
16.1.4 Bijzondere omstandigheid: geen overtreder of overtreding 404
16.1.5 Bijzondere omstandigheid: hoogte dwangsom en draagkracht overtreder 406
16.1.6 Bijzondere omstandigheid: cumulatie bij invordering 407
16.1.7 Bijzondere omstandigheid: overtreding alsnog (gedeeltelijk) beëindigd 409
16.1.8 Bijzondere omstandigheid: het niet (tijdig) kunnen voldoen aan de last 411
16.1.9 Bijzondere omstandigheid: vertrouwensbeginsel 415
16.1.10 Bijzondere omstandigheid: gelijkheidsbeginsel 416
16.1.11 Bijzondere omstandigheid: gezondheid en persoonlijke omstandigheden 417
16.1.12 Gecombineerde omstandigheden 417
16.2 De invordering van de kosten van bestuursdwang – de kostenverhaalsbeschikking 418
16.2.1 Feitenvaststelling en motivering 419
16.2.2 Kostenverhaal bij meerdere overtreders 419
16.2.3 Welke kosten kunnen worden verhaald? 420
16.2.3.1 Kosten die te herleiden zijn tot de last 421
16.2.3.2 Noodzakelijke, redelijke en daadwerkelijk gemaakte kosten 423
16.2.3.3 Na de begunstigingstermijn en bij zeer spoedeisendheid geen voorbereidingskosten 427
16.2.4 Kostenverhaal als uitgangspunt en het (gedeeltelijk) afzien van invordering 428
16.2.5 De evident onrechtmatige last onder bestuursdwang is in uitzonderlijke gevallen een bijzondere omstandigheid 429
16.2.6 Ontbreken van verwijtbaarheid en matewaarin algemeen belang is betrokken 432
16.2.7 Hoogte van de kosten 433
16.2.8 De bijzondere omstandigheid 434
16.3 Aanmaning, dwangbevel en executie 436
16.3.1 Het besluit om aan te manen 436
16.3.2 Het dwangbevel 439
16.3.3 Het inleiden van een executiegeschil 443
16.3.4 De omvang van het geding 444
16.3.4.1 Juridische of feitelijke misslag 446
16.3.4.2 Noodtoestand 448
16.3.5 Het executiegeschil bij nietonaantastbare besluiten 448
16.4 Beslag bij bestuursrechtelijke geldschulden 452
16.4.1 Conservatoir beslag 452
16.4.2 Executoriaal beslag 455
16.5 Verjaring en verval 456
16.5.1 De reguliere verjaring ex artikel 4:104 Awb 457
16.5.2 De verjaring ex artikel 5:35 Awb bij dwangsommen 458
16.5.3 De vervaltermijn van artikel 5:25 lid 6 Awb bij bestuursdwang 459
16.5.4 De termijn van artikel 5:45 Awb bij bestuurlijke boetes 460
16.5.5 Het voorkomen van de verjaring door het bestuursorgaan 460
16.5.5.1 Het tijdig benutten van de rechtsvordering 460
16.5.5.2 Het stuiten van de verjaring 461
16.5.5.3 De verlenging van de verjaring 463
16.5.6 De verjaring en de derde-belanghebbende 464
16.6 Het besluit om de sanctie te verrekenen 465
16.7 Het besluit om uitstel van betaling te verlenen 469
16.8 Het besluit om de sanctie kwijt te schelden 474
16.9 Het besluit om de wettelijke rente in te vorderen 474
16.10 De concentratiebepalingen: artikel 4:125, 5:31c en 5:39 Awb 476
16.10.1 Welke beschikkingen vallen onder het bereik van de concentratiebepalingen? 478
16.10.1.1 Is artikel 4:125 Awb ook van toepassing op de invorderingsbeschikking? 478
16.10.1.2Zijn er ook andere meeliftende beschikkingen denkbaar? 479
16.10.1.3Artikel 5:31c Awb 480
16.10.1.4Artikel 5:39 Awb 480
16.10.2 Geen formele rechtskracht bij accessoire beschikking bij geconcentreerde rechtsbescherming 481
16.10.3 De betwistingseis 482
16.10.4 Wanneer mag de bestuursrechter terugverwijzen? 482
16.10.5 De rechterlijke herinneringsplicht 483
17 De toezichthouder en zijn bevoegdheden 485
17.1 De toezichthouder 485
17.1.1 De aanwijzing 486
17.1.2 Gevolgen status toezichthouder en gevolgen gebreken in de aanwijzing 487
17.2 Legitimatieplicht toezichthouder (artikel 5:12 Awb) 488
17.2.1 Verzoek om te tonen 489
17.2.2 Gevolgen niet tonen legitimatie 489
17.3 Proportionaliteit van het toezicht (artikel 5:13 Awb) 490
17.3.1 Redelijkerwijs noodzakelijk 491
17.3.2 Ten behoeve van de vervulling van zijn taak 492
17.3.3 Minst bezwarende wijze 493
17.3.4 Ten opzichte van wie? 495
17.3.5 Ten opzichte van wat? 498
17.3.6 Overige normen voor handhavingstoezicht 498
17.4 Het betreden van plaatsen (artikel 5:15 Awb) 500
17.4.1 Binnentreden woning (artikel 8 EVRM) 501
17.4.2 Gevolgen zonder machtiging betreden woning 503
17.4.3 Het betreden van bijzondere plaatsen 504
17.4.4 Wat (en wie) mag de toezichthouder meenemen? 504
17.5 Inlichtingenvorderingen (artikel 5:16 Awb) 504
17.6 Stukken en gegevens inzien en kopiëren (artikel 5:17 Awb) 505
17.7 Het onderzoeken van zaken (artikel 5:18 Awb) 506
17.7.1 Zaken onderzoeken 506
17.7.2 Monsterneming 509
17.7.3 Tegenonderzoek (contra-expertise) 510
17.7.4 Verpakkingen openen 511
17.7.5 Plaats van het onderzoek 511
17.7.6 Het teruggeven van genomen monsters 512
17.7.7 Mededeling resultaten van het onderzoek 512
17.8 Het onderzoeken van een vervoermiddel (artikel 5:19 Awb) 512
17.8.1 Onderzoek vervoermiddel en lading 513
17.8.2 Indringendheid onderzoek 514
17.8.3 Inzage van wettelijk voorgeschreven bescheiden 514
17.8.4 Stilhouden en overbrengen 515
17.8.5 Identificatieplicht 516
17.9 De verplichting om mee te werken (artikel 5:20 Awb) en sancties op het niet meewerken 517
17.9.1 Wie moet er gevolg geven aan een vordering? 517
17.9.2 Gevolgen niet meewerken aan vordering 518
17.9.3 Wanneer is iets een vordering? 519
17.9.4 Hoe duidelijk moet een vordering zijn? 520
17.9.5 Termijn voor het voldoen aan de vordering 521
17.9.6 Uitzonderingen op de medewerkingsplicht 521
17.9.7 Geheimhouders 521
17.9.8 Charged person 522
17.10 Rechtsbescherming tegen toezicht 523
18 Bewijsrecht 525
18.1 Wie moet vaststellen of er een overtreding is? 526
18.2 Waar moet het bewijs aan voldoen? Deugdelijk en controleerbaar bewijs 527
18.2.1 De drie bewijsregels 528
18.2.2 En wat als niet wordt voldaan aan een van de bewijsregels? 529
18.2.2.1 Ontbreken handtekening of dagtekening op rapport 530
18.2.2.2 Foto- of videobewijs 530
18.3 Wat mag dienen als bewijs en welke waarde heeft het? 533
18.3.1 Het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar (politie of boa) 533
18.3.2 De bestuurlijke rapportage 534
18.3.3 Andere rapporten van toezichthouders of ambtenaren 535
18.3.4 Foto- en videobewijs 536
18.3.5 De verklaring van de overtreder 537
18.3.6 Het gebruik van geheime stukken 538
18.3.7 Bewijs van een deskundige 538
18.3.8 Bewijsstukken van derden 539
18.3.9 Verklaringen van derden (getuigen) 541
18.3.10 Verklaringen van anonieme partijen 542
18.4 Hoe toont het bestuursorgaan voldoende aan dat er een overtreding is? 542
18.5 Hoe kan de overtreder bewijzen dat er geen overtreding is? 543
18.6 Bewijs bij invordering 546
18.7 Onrechtmatig verkregen bewijs en de gevolgen daarvan 546
19 Informatiestromen: stukken verstrekken en krijgen 551
19.1 Welke informatie moet de overheid delen met de overtreder? 551
19.1.1 Wat zijn de op de zaak betrekking hebbende stukken? 552
19.1.2 Wat als er op de zaak betrekking hebbende stukken ontbreken? 555
19.2 Informatie die geheim mag worden gehouden 556
19.2.1 Artikel 7:4 lid 6 Awb: het niet ter inzage leggen van stukken in bezwaar 556
19.2.2 Artikel 8:29 Awb: het verzoek om geheimhouding aan de bestuursrechter 557
19.2.3 De gewichtige reden 559
19.2.4 Het beschermen van ambtenaren en getuigen: anonimisering 561
19.2.5 Praktische aandachtspunten uitvoering van een artikel 8:29 Awb-verzoek 565
19.3 Hoe kan een overtreder meer informatie en bewijs krijgen? 566
19.3.1 Eigen onderzoek 567
19.3.2 Verzoeken aan de bestuursrechter 567
19.3.3 Het verzoek op grond van de Wet open overheid 567
19.3.4 Het AVG-verzoek 569
19.3.5 Artikel 843a Rv: de civiele exhibitieplicht en inzagevordering 570
19.3.6 Het civiel voorlopig getuigenverhoor als middel in het bestuursrecht 572
20 Rechtsbescherming 575
20.1 Conceptbesluit en horen 575
20.2 (De inwerkingtreding en bekendmaking van) het handhavingsbesluit 577
20.3 Bezwaar en de beslissing op bezwaar 579
20.3.1 De beslissing op bezwaar – rekening houden met gewijzigde omstandigheden 580
20.3.2 De beslissing op bezwaar – fouten herstellen en wijzigen van het handhavingsbesluit 583
20.4 De voorlopige voorziening 586
20.5 Het beroep 590
20.5.1 Hoe toetst de bestuursrechter handhavingsbesluiten? 592
20.5.2 De toetsing van de evenredigheid door de bestuursrechter 594
20.5.3 De tussenuitspraak van de bestuursrechter (de bestuurlijke lus) 596
20.5.4 De einduitspraak van de bestuursrechter 597
20.5.5 In stand laten van de rechtsgevolgen en het passeren van gebreken (artikel 6:22 Awb) 599
20.5.6 Zelf in de zaak voorzien bij handhaving 600
20.5.7 Het nemen van een nieuwe beslissing op bezwaar na een rechterlijke vernietiging 603
20.6 Het hoger beroep 604
20.6.1 De tussenuitspraak in hoger beroep 604
20.6.2 De einduitspraak in hoger beroep 605
20.6.3 Functie en aard hoger beroep 605
20.6.4 Wie mag er in hoger beroep? 606
20.6.5 De devolutieve werking van het hoger beroep 607
20.6.6 De onderdelenfuik, de grondenfuik en de brummenleer 607
20.6.7 (Voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep 610
20.7 Civiel procederen over een overtreding 611
20.8 Bijzondere thema’s 612
20.8.1 Procesbelang bij handhaving 612
20.8.2 Bewijs aanvullen in beroep en hoger beroep 614
20.8.3 Reformatio in peius: geen verslechtering door bezwaar of (hoger) beroep 619
20.8.3.1 Wat mag het bestuursorgaanwijzigen zonderin strijd te handelen met het verbod op reformatio in peius? 621
20.8.3.2 Wanneer is het reformatio in peius-verbod niet van toepassing? 622
20.8.3.3 Wanneer mag er toch een zwaardere sanctie worden opgelegd? 623
20.8.4 Herstelbesluiten (artikel 6:19 Awb) 623
20.8.5 Formele rechtskracht en eerdere sanctiebesluiten 625
20.8.6 Redelijke termijn 626
20.8.7 Rechtsopvolging in procedures 627
20.8.8 Procedurele aspecten van een faillissement van de overtreder 629
21 Schadevergoeding bij handhaving 631
21.1 Schadevergoeding bij een onrechtmatig handhavingsbesluit 631
21.1.1 Onrechtmatigheid en toerekening 632
21.1.2 Relativiteit 632
21.1.3 Schade 633
21.1.4 Causaal verband 634
21.1.5 Via welke procedure? 635
21.2 Schadevergoeding voor onrechtmatig feitelijk handelen door de overheid 635
21.2.1 Waar wordt het feitelijk handelen getoetst en aan welke norm? 636
21.2.2 Procedures 636
21.2.3 Wanneer schadevergoeding? 637
21.3 Schade bij niet handhaven: toezichthoudersaansprakelijkheid 637
21.4 Nadeelcompensatie bij rechtmatige handhaving 639
22 Conclusie
Literatuurlijst
Trefwoordenregister
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan